2014.

Politie.

Zo zit je op een vrije vrijdagmiddag op de bank te mijmeren over je werk. Nog een paar weekjes, dan bestaat de deelgemeente niet meer en dan wordt het, volgens gemeentebestuurders en managers, allemaal helemaal anders. Is goed. Daar ga ik positief aan bijdragen. Maar de afgelopen 20 jaar heeft mijn werk in het teken gestaan van samenwerking tussen politie en deelgemeente en ik acht de kans groot dat dat netwerk op een of andere manier zal blijven bestaan. Eigenlijk wel vreemd dat ik, als ex-autoverkoper en ex-bijstandsmaatschappelijk werker zo in het veiligheidscoördinatorschap gegroeid ben. Maar misschien ook wel niet. Toen ik een jaar of tien oud was gingen wij met het ouderlijke gezin op vakantie naar de omgeving van Nijverdal. Mijn ome Arie van Brakel was daar politiechef. Een hele hoge piet. Hij had een zwarte VW Kever met een magnetisch blauw zwaailicht en er zat ook nog een luide tweetonige hoorn op. Wat machtig interessant was dat. En ome Arie was ook nog een fijne sociale vent, die graag over zijn werk sprak. Ik was helemaal onder de indruk! Van hem kreek ik een afgedankt uniformjasje, een pet, mooie handschoenen en een holster en jawel, ik was ook politieman. Een junior welteverstaan.
Jaren later, na de Mulo, moest het er toch maar eens van komen. Van een wervingsbureau van de politie kwam een politieman in burger (dat kan toch niet!) voorlichting thuis geven. Ik zie hem nog zitten aan de tafel. Maar hij had niet zo’n goed bericht. Mijn brilletje was te sterk voor het politievak. Oftewel mijn ogen te slecht en als ik dan een klap voor mijn kanis kreeg kon ik niet zien wie ik terug moest meppen. Solliciteren heeft geen zin. Droom in duigen.
Iedereen om mij heen werd politieman: neef Hans Vos (vroeger met paardenstaart: wereldberoemd), mijn neef Ad van Duin, mijn goede vriend Jan, met wie het mede door het politievak slecht is afgelopen. Tot ik, na allerlei andere leuke baantjes zo’n twintig jaar geleden bij de deelgemeente kwam en ik veiligheid in mijn mik geschoven kreeg. Grinnik, grinnik. Vanaf die tijd ben ik vriend en vijand voor de Sterke Arm. En er ook met regelmaat mee op sjouw geweest, in de wijk, bij de ME en niet te vergeten: bij de hondenbrigade. Voor mij het mooiste onderdeel van de politie! Nog bedankt, Henk Boone. In die jaren hebben ik samen met de politie heel wat leuke acties weggezet en gezamenlijk geïnvesteerd in een goede samenwerking. En dit ter meerdere eer en glorie voor de inwoners van Prins Alexander. Die samenwerking was en is met alle rangen en standen, van surveillanten tot commissarissen, maar vooral met wijkagenten en wijkteamchefs. Wat mij betreft mag dat nog wel even zo blijven. Ook al heet de deelgemeente dadelijk geen deelgemeente meer.